Een rotor van een elektromotor probeert het draaiveld te volgen (volgens de wet van Lenz probeert de rotor het draaiveld te ontwijken door mee te draaien in de richting van dit draaiveld).
In tegenstelling tot de synchrone motor blijft de draaisnelheid van de rotor achter bij die van de stator. Daarom spreekt men hier van een asynchrone motor.
Het verschil in draaisnelheid tussen de rotor en de stator wordt slip genoemd. Een asynchrone motor kan niet werken zonder slip. Het is namelijk de slip die de rotorfrequentie bepaalt. Zonder slip is de rotorfrequentie nul. De rotorfrequentie is de draaiveldfrequentie minus het rotortoerental.
Er moet stroom (en daarmee veld) worden opgewekt in de rotor om een veld op te wekken tegenwerkend ten opzichte van het statorveld, anders kan de asynchrone motor niet draaien. Bij het inschakelen van de asynchrone motor is de rotorfrequentie maximaal.